Volgens Jezus zijn Christus en de gemeente in de ogen van de Vader één. Paulus laat dit zien met de gelijkenis van een lichaam. Hij zegt dat Christus het hoofd is en wij Zijn lichaam. "Hij heeft alles aan zijn voeten gelegd en hem als hoofd over alles aangesteld, voor de kerk, die zijn lichaam is, de volheid van hem die alles in allen vervult" (Efeziërs 1:22-23). "30want dat is zijn lichaam en wij zijn de ledematen" (Efeziërs 5:30)
Ziet u wat hier gebeurt? Toen de Vader tot in eeuwigheid van Jezus hield, hield Hij ook van ons. Toen de mens nog slechts een gedachte was in Gods eeuwige geest, rangschikte Hij ons al en maakte plannen voor onze verlossing.
"In Christus immers heeft God, voordat de wereld gegrondvest werd, ons vol liefde uitgekozen om voor hem heilig en zuiver te zijn" (Efeziërs 1:4)
God heeft altijd van Zijn zoon en ons gehouden. Zijn liefde is net zo eeuwigdurend als Hij dat zelf is: "Ik heb je altijd liefgehad, mijn liefde zal je altijd vergezellen" (Jeremia 31:3). "onze Vader, die ons zijn liefde heeft getoond en ons door zijn genade blijvende steun en goede hoop gegeven heeft" (2 Tessalonicenzen 2:16)
Niemand kan Gods liefde winnen door iets wat hij of zij doet. Jezus verdiende de liefde van Zijn Vader niet door naar het kruis te gaan, ook niet door Zijn gehoorzaamheid of door Zijn Vader lief te hebben. Zo is het ook met u. God is niet van u gaan houden vanaf de dag dat u zich bekeerde en Christus ontving. Hij ging niet plotseling van u houden omdat u zich aan Zijn Woord bent gaan houden en in de Geest bent gaan wandelen. Nee. God hield al vanaf het begin van u.
Hoe lang heeft God u al lief? Hij heeft u al lief vanaf het moment dat Hij bestaat, want God is liefde. Het is Zijn natuur. Hij hield van u toen u nog een zondaar was. Hij hield van u toen u nog in de baarmoeder zat. Al voordat de wereld bestond hield Hij van u. Er is geen begin aan Gods liefde voor u, en er is ook geen eind.